Arun werd geadopteerd en strijdt nu tegen adoptie: ‘Instanties weigerden al die jaren informatie te geven’
HET ALGEMEEN DAGBLAD
Door Saskia Konniger
30 april 2021
Er zijn in India circa dertig miljoen verlaten of verweesde kinderen, berichtte de Indiase krant The Hindu recentelijk. En daarvan worden er jaarlijks slechts zo’n drieduizend bij Indiase ouders geplaatst. Toch heeft Nederland nog altijd een adoptiestop. En dat is volgens activist Arun Dohle van de organisatie Against Child Trafficking maar goed ook. ,,Er is bijna nooit sprake van échte vrijwillige instemming van de biologische ouder.’’
Minister Dekker (Rechtsbescherming) besloot in februari de adoptie van kinderen uit het buitenland per direct op te schorten. Aanleiding was een vernietigend rapport van de commissie Joustra over het systeem van de zogenoemde interlandelijke adoptie in Nederland. Voor activist Arun Dohle (47 jaar) is het rapport een bevestiging van zijn ervaringen in India. Hij is ervan overtuigd dat het internationale adoptiesysteem zo fraudegevoelig is, dat alleen een verbod een einde kan maken aan misstanden. Bij adopties uit India is volgens hem zoveel misgegaan, dat velen worstelen met een ingewikkelde nasleep.
,,Adoptie is kinderhandel,’’ zegt Dohle aan de telefoon vanuit het Indiase Poona. ,,Daar komt het wat mij betreft op neer, omdat interlandelijke adoptie wordt gedreven door geld en de vraag naar kinderen. En er is bijna nooit sprake van échte vrijwillige instemming van de biologische ouder. Zoals bij mijn moeder het geval was.’’
Spoorloos-moment
In 1973 werd Dohle als baby ter adoptie gegeven aan een Duits echtpaar. Het kostte hem ruim zeven jaar en verschillende rechtszaken, tot aan het Indiase Hooggerechtshof toe, om inzage te krijgen in zijn papieren. In 2010 ontmoette hij haar eindelijk. ,,Een echt Spoorloos-moment’’, vertelt Dohle. ,,Maar het was bizar. Instanties weigerden al die jaren informatie te geven vanwege het recht op privacy. Bleek dat mijn moeder helemaal geen bezwaar had tegen de openbaring van de gegevens! Ze zat al jaren op mijn komst te wachten.’’
Dohle heeft de meeste puzzelstukken in elkaar kunnen zetten. ,,Ik verwijt haar niets. Ze was ongehuwd zwanger geworden. Haar werd verteld dat ze haar kind moest afstaan. Er werd geen andere keuze geboden. Ze wist niet dat ik naar het buitenland zou gaan.’’
Systematische fraude
Tijdens zijn zoektocht raakte Dohle steeds meer overtuigd van de systematische fraude en onrecht in het systeem. In 2007 raakte hij betrokken bij een kinderroofzaak in de Indiase stad Chennai. Welzijnsorganisatie Malaysian Social Service (MSS) bleek samen te werken met de bende. De organisatie had ruim vijfhonderd kinderen ter adoptie in het buitenland geplaatst. Vijftig van hen waren in Nederland terecht gekomen, waaronder de gestolen zoon van het echtpaar Nagarani en Kathiravel. Met behulp van Dohle wisten ze hun zoon te traceren. Sindsdien proberen ze hem te ontmoeten.
In 2010 wees een Nederlandse rechter hun eis voor een DNA-test en een omgangsregeling af. In het televisieprogramma Netwerk betuigde René Hoksbergen, destijds hoogleraar Adoptie, zijn steun aan de biologische ouders: ,,Stel je voor dat een Nederlands kind werd geroofd en ter adoptie naar Ecuador of India gebracht. Dan zouden we het leger inzetten om het kind terug te halen.’’
Vaak zijn de gegevens er wél, maar ze worden verborgen gehouden door instanties. Dan zeggen ze doodleuk dat de papieren kwijt zijn
De zoon is nu volwassen en wil geen contact met zijn biologische ouders. Dohle verwijt de Nederlandse staat ‘dat ze het zover hebben laten komen.’ Bovendien vermoedt hij dat er tussen de vijftig kinderen die via MSS naar Nederland zijn gebracht meerdere geroofde kinderen zitten. Omdat verschillende biologische ouders zich hebben gemeld, zou hun afkomst uitgezocht kunnen worden. Maar daar is tot nu toe geen onderzoek naar gedaan.
52 herenigingen
Dohle heeft samen met advocate en sociaal werker Anjali Pawar (45 jaar) 52 Nederlandse geadopteerden met hun biologische ouders herenigd. ,,Sinds Joustra denken veel Indiase geadopteerden dat ze gestolen zijn of via een ‘babyfarm’ naar Nederland zijn gekomen’’, vertelt Dohle. ,,Maar dat is niet zo. De meeste adoptiekinderen zijn voortgekomen uit een buitenechtelijke relatie. Vaak zijn moeders zwanger geworden door iemand uit haar eigen familie of door een liefdesaffaire.’’
Het vergt doorzettingsvermogen, rechtszaken en vooral de juiste contacten om papieren in te zien. ,,Want vaak zijn de gegevens er wél’’, aldus Dohle. ,,Maar ze worden verborgen gehouden door instanties. Dan zeggen ze doodleuk dat de papieren kwijt zijn. Veel geadopteerden begrijpen niet hoe ingewikkeld zo’n zoektocht is en zijn gefrustreerd dat de kosten kunnen oplopen. Ook denken sommige geadopteerden dat ze, zodra ze de naam en woonplaats van hun moeder hebben, via een oproep op sociale media contact kunnen leggen. Maar vaak is de moeder getrouwd en woont ze in bij haar schoonfamilie. Als zo’n geheim uit het verleden plotseling naar buiten komt, kan dat gevaar opleveren voor de moeder. Mijn partner Anjali doet heel zorgvuldig onderzoek. Ze zal bijvoorbeeld een moeder benaderen zonder dat het familieleden opvalt.’’
Sulekha Uiterwijk Winkel (30 jaar) heeft recentelijk, na een zoektocht van drie jaar, met behulp van Dohle haar biologische moeder gevonden. Ook zij verwijt haar moeder niets, maar vindt wel dat adopties beter geregeld moeten worden. ,,Misschien is het goed om beter te kijken of het kind eerst in de eigen cultuur opgevangen kan worden.’’ Bovendien had ze haar moeder graag eerder gevonden, omdat het vanwege een hersenziekte niet duidelijk is of ze nog kan communiceren. ,,En als ik eerder had kunnen gaan, had ik ook mijn opa en oma nog kunnen ontmoeten.’’
De Joustra-commissie heeft tevens blootgelegd dat Nederlandse overheden vaak wisten dat er iets niet in de haak was. Minister Dekker verklaarde daarom dat de Nederlandse staat er alles aan moet doen om geadopteerden in hun zoektocht bij te staan. Maar financiële steun is vooralsnog beperkt en niet voor iedereen. Zo verwijst het FIOM, het instituut waar mensen met vragen over hun afstamming terecht kunnen, Indiase geadopteerden naar de organisatie van Dohle. Maar hij krijgt geen overheidssteun.
Geeta Bruin (46 jaar) is geadopteerd toen ze drie was. Over haar Indiase verleden weet ze weinig. Maar ook zij is niet per se tegen interlandelijke adoptie. ,,Als fraudegevoeligheden uit het systeem gehaald kunnen worden, ben ik er niet tegen’’, vertelt ze. ,,Ik ben zelf goed terecht gekomen. Ik heb geen moeite met mijn herkomst, maar ik zou wel graag meer weten over de omstandigheden waarin ik ben afgestaan.’’
Organisatie tegen interlandelijke adoptie
Samen met de Nederlandse EU-medewerker Roelie Post richtte Arun Dohle in 2008 Against Child Trafficking (ACT) op. De organisatie vecht tegen interlandelijke adoptie.
Met zijn organisatie Adoptee Rights Council helpt Dohle geadopteerden bij het zoeken naar hun biologische ouders.
De herkomst van geadopteerde kinderen wordt in Nederland niet geregistreerd, maar Dohle schat in dat er zo’n vier- tot zesduizend Indiase kinderen door Nederlanders geadopteerd zijn.