Adoptie door twee vaders: normaal zal het nooit zijn
⬤
public
Adoptie door twee vaders: normaal zal het nooit zijn
Gepubliceerd door Administrator2 op 13/11/2001 (1211 gelezen)
Trouw: 13 november 2001 - Carlo Spijk.
Publiciteit rond de adoptie van een Amerikaanse baby door Paul de Leeuw heeft het homopaar Sjoerd Smits en Richard van der Gronde geconfronteerd met vragen. 'Jullie kindje komt ook uit de VS, is het wel legaal?'
Boven slaapt een drie weken oud Afro-Amerikaans jongetje. In hun woonkamer in Zwolle schrijven Sjoerd Smits (37) en Richard van der Gronde (35) de tekst voor zijn geboortekaartje: "Wij zijn blij dat we de ouders zijn geworden van Rixt Boaz Smits. We noemen hem Boaz. Hij werd geboren op 9 juni 2001, om 8.06 uur te Philadelphia, USA. Wij werden zijn ouders op 29 juni 2001. Samen kwamen wij aan in Nederland op 2 juli 2001.'' Of Boaz bij zijn nieuwe ouders mag blijven, is vier maanden later nog niet zeker.
Van der Gronde: "Ik was 12 toen ik wist dat ik homoseksueel ben. Aan kinderen krijgen dacht ik nooit meer. Sjoerd bracht de ommekeer, hij koesterde wel een sterke kinderwens. Dat begreep ik; homo of niet, je bent een mens en je wilt graag een kind grootbrengen."
De ronde langs de Nederlandse organisaties die volgens de Adoptiewet mogen bemiddelen bij adoptie uit het buitenland -de vergunninghouders-, bracht de ene teleurstelling na de andere. Geen van deze ideële organisaties wilde meewerken aan bemiddeling voor een mannelijk homo stel. Van der Gronde: "Als reden werd voortdurend gegeven dat landen niet meewerken aan adoptie door homo's. Een adoptiekind is bovendien sowieso al kwetsbaar en daarom kan het beter niet in een ongebruikelijk gezin opgroeien."
Smits: "Met veel verdriet hadden we het boek al min of meer dichtgeslagen. Totdat we een artikel lazen over een Nederlands mannenstel dat een pasgeboren baby had geadopteerd uit de Verenigde Staten. Een Amerikaanse jurist had hen gewezen op de mogelijkheid van eenouderadoptie van een buitenlands kind. Dat is toegestaan in Nederland, ongeacht het geslacht van de partner. We hebben er nog steeds geen begrip voor, dat de adoptieorganisaties bepaalde gezinsvormen uitsluiten, terwijl de wet niets zegt over de gezinsvorm bij eenouderadoptie."
De mannen zetten door. Smits: "Leven vanuit een gevoel van 'ik moet een kind', dat is ons vreemd. Toch wilden we niet opgeven. We zetten onze emoties en frustraties opzij en gingen zakelijk aan de slag. Dan maar 'doe-het-zelven', zonder hulp. Door contacten te leggen en internet af te speuren, vonden we na een halfjaar in de VS een bureau dat al eerder in Nederland een kind had geplaatst en voor ons wilde bemiddelen."
De eerdergenoemde Nederlandse vergunninghouders zijn door de wet gehouden te controleren of adoptiebureaus in het buitenland bonafide zijn. Smits en Van der Gronde riepen hun hulp in en het bureau in Philadelphia doorstond de toets. Zoals alle aspirant-adoptiefouders doorliep het homopaar samen de verplichte cursus bij het bureau Voorlichting Interlandelijke Adoptie en ondergingen zij een onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming, nodig om de 'beginseltoestemming' voor adoptie te verkrijgen.
Vijf maanden na de inschrijving in januari dit jaar kwam er goed nieuws uit de VS: er was een kind dat het adoptiebureau aan Smits en Van der Gronde wilde koppelen. Smits: "We vlogen direct naar Philadelphia. Op het kantoor van het bureau werd een tien dagen oude baby binnengedragen. Het was een dubbel gevoel. We hadden te doen met de moeder. Ik dacht: ik ben zo blij met dit jongetje in mijn armen, terwijl zij de pijn nog zal voelen van het afstand doen."
Na een week vol regelwerk vlogen de mannen met Boaz terug naar huis. In Zwolle liep de straat uit om het gezin te verwelkomen. De tuin was versierd. Pas daarna kwamen de vragen, de negatieve reacties en de speculaties. Van der Gronde: "Niet rechtstreeks, altijd via via. Dat stak ons. 'Zo'n jonge baby nog, het zal wel illegaal zijn'. En tv-programma's over kinderhandel in Amerika doen ons nieuwe geluk ook geen goed. Ik leg ons verhaal uit aan iedereen, als het moet. Bij een reguliere adoptie blijft het kind altijd in een tehuis of opvanggezin totdat de juridische procedure is afgerond. Deze organisatie werkt nu eenmaal anders. Maar twee blanke vaders, een donker kindje; normaal zal het nooit zijn."
Het waren Smits en Van der Gronde die Paul de Leeuw en zijn partner verder op weg hebben geholpen naar de adoptie onlangs van hún zoon. Van der Gronde: "Ik ergerde me al een tijd aan artikelen in kranten en roddelbladen waarin Paul de Leeuw bij herhaling vertelde over zijn kinderwens en dat adoptie 'toch echt niet mogelijk' was. Ik e-mailde hem ons verhaal. Ze kwamen, wilden alles weten en volgden dezelfde weg."
Sinds de thuiskomst met Boaz op 2 juli zitten Smits en Van der Gronde in spanning. Balancerend tussen vreugde om hun ouderschap en verdriet om het mogelijke verlies van hun zoon. Smits: "Aan de manier van werken van ons adoptiebureau zit een groot risico. De biologische ouders krijgen vier maanden bedenktijd en worden daarna benaderd om het afstand doen van hun kind te bevestigen. De adoptiefouders krijgen pas bericht als er iets te melden valt; je mag hem houden ja of nee. Op dit moment is de periode van vier maanden voorbij, maar de ouders hebben nog niets van zich laten horen. Dus moeten we wachten totdat het adoptiebureau de rechter vraagt om te besluiten dat de ouders geen rechten meer kunnen laten gelden. Maar ze kunnen zich nu dus nog bedenken. Het is niet waarschijnlijk, de biologische ouders hebben nog niet eerder belangstelling getoond en zijn zelfs verhuisd zonder bij het adoptiebureau hun nieuwe adres achter te laten, maar toch."
Van der Gronde: "We stellen ons ondergeschikt aan het belang van de moeder. Achter het afstaan van een kind zit veel leed." Smits: "Richard blijft er vrij nuchter onder, zelf loop ik bijna labiel rond. Je voornemen om je nu niet te veel aan Boaz te hechten, is belachelijk. Het is een heerlijk joch."
Van der Gronde: "Deze maanden zijn slopend. Even cru gezegd: als hetero, getrouwd stel, stort je een bedrag op een rekening en anderhalf jaar later kun je een kind gaan halen, dat je niet meer afgenomen kan worden. Ik wil dus echt geen reclame maken voor onze aanpak. Maar dit is voor ons wel de enige weg."
Bron: Trouw
Publiciteit rond de adoptie van een Amerikaanse baby door Paul de Leeuw heeft het homopaar Sjoerd Smits en Richard van der Gronde geconfronteerd met vragen. 'Jullie kindje komt ook uit de VS, is het wel legaal?'
Boven slaapt een drie weken oud Afro-Amerikaans jongetje. In hun woonkamer in Zwolle schrijven Sjoerd Smits (37) en Richard van der Gronde (35) de tekst voor zijn geboortekaartje: "Wij zijn blij dat we de ouders zijn geworden van Rixt Boaz Smits. We noemen hem Boaz. Hij werd geboren op 9 juni 2001, om 8.06 uur te Philadelphia, USA. Wij werden zijn ouders op 29 juni 2001. Samen kwamen wij aan in Nederland op 2 juli 2001.'' Of Boaz bij zijn nieuwe ouders mag blijven, is vier maanden later nog niet zeker.
Van der Gronde: "Ik was 12 toen ik wist dat ik homoseksueel ben. Aan kinderen krijgen dacht ik nooit meer. Sjoerd bracht de ommekeer, hij koesterde wel een sterke kinderwens. Dat begreep ik; homo of niet, je bent een mens en je wilt graag een kind grootbrengen."
De ronde langs de Nederlandse organisaties die volgens de Adoptiewet mogen bemiddelen bij adoptie uit het buitenland -de vergunninghouders-, bracht de ene teleurstelling na de andere. Geen van deze ideële organisaties wilde meewerken aan bemiddeling voor een mannelijk homo stel. Van der Gronde: "Als reden werd voortdurend gegeven dat landen niet meewerken aan adoptie door homo's. Een adoptiekind is bovendien sowieso al kwetsbaar en daarom kan het beter niet in een ongebruikelijk gezin opgroeien."
Smits: "Met veel verdriet hadden we het boek al min of meer dichtgeslagen. Totdat we een artikel lazen over een Nederlands mannenstel dat een pasgeboren baby had geadopteerd uit de Verenigde Staten. Een Amerikaanse jurist had hen gewezen op de mogelijkheid van eenouderadoptie van een buitenlands kind. Dat is toegestaan in Nederland, ongeacht het geslacht van de partner. We hebben er nog steeds geen begrip voor, dat de adoptieorganisaties bepaalde gezinsvormen uitsluiten, terwijl de wet niets zegt over de gezinsvorm bij eenouderadoptie."
De mannen zetten door. Smits: "Leven vanuit een gevoel van 'ik moet een kind', dat is ons vreemd. Toch wilden we niet opgeven. We zetten onze emoties en frustraties opzij en gingen zakelijk aan de slag. Dan maar 'doe-het-zelven', zonder hulp. Door contacten te leggen en internet af te speuren, vonden we na een halfjaar in de VS een bureau dat al eerder in Nederland een kind had geplaatst en voor ons wilde bemiddelen."
De eerdergenoemde Nederlandse vergunninghouders zijn door de wet gehouden te controleren of adoptiebureaus in het buitenland bonafide zijn. Smits en Van der Gronde riepen hun hulp in en het bureau in Philadelphia doorstond de toets. Zoals alle aspirant-adoptiefouders doorliep het homopaar samen de verplichte cursus bij het bureau Voorlichting Interlandelijke Adoptie en ondergingen zij een onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming, nodig om de 'beginseltoestemming' voor adoptie te verkrijgen.
Vijf maanden na de inschrijving in januari dit jaar kwam er goed nieuws uit de VS: er was een kind dat het adoptiebureau aan Smits en Van der Gronde wilde koppelen. Smits: "We vlogen direct naar Philadelphia. Op het kantoor van het bureau werd een tien dagen oude baby binnengedragen. Het was een dubbel gevoel. We hadden te doen met de moeder. Ik dacht: ik ben zo blij met dit jongetje in mijn armen, terwijl zij de pijn nog zal voelen van het afstand doen."
Na een week vol regelwerk vlogen de mannen met Boaz terug naar huis. In Zwolle liep de straat uit om het gezin te verwelkomen. De tuin was versierd. Pas daarna kwamen de vragen, de negatieve reacties en de speculaties. Van der Gronde: "Niet rechtstreeks, altijd via via. Dat stak ons. 'Zo'n jonge baby nog, het zal wel illegaal zijn'. En tv-programma's over kinderhandel in Amerika doen ons nieuwe geluk ook geen goed. Ik leg ons verhaal uit aan iedereen, als het moet. Bij een reguliere adoptie blijft het kind altijd in een tehuis of opvanggezin totdat de juridische procedure is afgerond. Deze organisatie werkt nu eenmaal anders. Maar twee blanke vaders, een donker kindje; normaal zal het nooit zijn."
Het waren Smits en Van der Gronde die Paul de Leeuw en zijn partner verder op weg hebben geholpen naar de adoptie onlangs van hún zoon. Van der Gronde: "Ik ergerde me al een tijd aan artikelen in kranten en roddelbladen waarin Paul de Leeuw bij herhaling vertelde over zijn kinderwens en dat adoptie 'toch echt niet mogelijk' was. Ik e-mailde hem ons verhaal. Ze kwamen, wilden alles weten en volgden dezelfde weg."
Sinds de thuiskomst met Boaz op 2 juli zitten Smits en Van der Gronde in spanning. Balancerend tussen vreugde om hun ouderschap en verdriet om het mogelijke verlies van hun zoon. Smits: "Aan de manier van werken van ons adoptiebureau zit een groot risico. De biologische ouders krijgen vier maanden bedenktijd en worden daarna benaderd om het afstand doen van hun kind te bevestigen. De adoptiefouders krijgen pas bericht als er iets te melden valt; je mag hem houden ja of nee. Op dit moment is de periode van vier maanden voorbij, maar de ouders hebben nog niets van zich laten horen. Dus moeten we wachten totdat het adoptiebureau de rechter vraagt om te besluiten dat de ouders geen rechten meer kunnen laten gelden. Maar ze kunnen zich nu dus nog bedenken. Het is niet waarschijnlijk, de biologische ouders hebben nog niet eerder belangstelling getoond en zijn zelfs verhuisd zonder bij het adoptiebureau hun nieuwe adres achter te laten, maar toch."
Van der Gronde: "We stellen ons ondergeschikt aan het belang van de moeder. Achter het afstaan van een kind zit veel leed." Smits: "Richard blijft er vrij nuchter onder, zelf loop ik bijna labiel rond. Je voornemen om je nu niet te veel aan Boaz te hechten, is belachelijk. Het is een heerlijk joch."
Van der Gronde: "Deze maanden zijn slopend. Even cru gezegd: als hetero, getrouwd stel, stort je een bedrag op een rekening en anderhalf jaar later kun je een kind gaan halen, dat je niet meer afgenomen kan worden. Ik wil dus echt geen reclame maken voor onze aanpak. Maar dit is voor ons wel de enige weg."
Bron: Trouw
2001 Nov 13