exposing the dark side of adoption
Register Log in

Wilma van der Maten, correspondent in New Delhi

public

Wilma van der Maten, correspondent in New Delhi

‘Als iets niet kan, dan kan het niet’

Zitvlees heeft ze niet, toch nam ze met pijn in het hart afscheid van Indonesië. Wilma van der Maten verhuisde met man, kind en fiets naar New Delhi. ‘We zijn natuurlijk een beetje gek, in India fietsen alleen de arme mensen.’

tekst: Ellen Leijser

Zitvlees heeft ze niet, toch nam ze met pijn in het hart afscheid van Indonesië. Wilma van der Maten verhuisde met man, kind en fiets naar New Delhi. ‘We zijn natuurlijk een beetje gek, in India fietsen alleen de arme mensen.’

Eigenlijk was Afrika haar grote liefde, maar ze belandde in Indonesië. Het werd haar tweede vaderland. En hoewel NOS-correspondent Wilma van der Maten inmiddels alweer anderhalf jaar in India woont, heeft Indonesië voor altijd een plek in haar hart. Niet in de laatste plaats omdat haar dochter er geboren is.

Van der Maten was even in Nederland om haar boek Jakarta aan zee te presenteren. “Ik wil daar later oud worden. We hebben ons huis aangehouden, een huis op een berg met fantastisch uitzicht op de zee, op drie uur rijden van Jakarta.” Haar felblauwe ogen lichten nog meer op als ze praat over dat huis.

“Het is er fan-tas-tisch! Toen we in Jakarta woonden, gingen we er om het weekend heen. Als we er vrijdagmiddag aankwamen en uitkeken over de baai, was alles wat in je hoofd zat weg. Je kunt er eigenlijk alleen maar uren wandelen, je komt niemand tegen. De ultieme onthaastplek. Je zit echt in de bush bush. De dichtstbijzijnde markt met wat groente en fruit is met de auto twintig minuten rijden.”

Geen zitvlees
Van der Maten wilde al jaren naar het buitenland, maar haar man wilde niet. Hij had een goede baan in Nederland. Uiteindelijk heeft hij alles opgezegd en ging met haar mee. Ze grijnst: “Ik geloof dat ik hem ook geen keuze heb gelaten. Ik zei: je gaat gewoon mee. Hij werkte als interim manager, met dikke bonussen aan het eind van het jaar. We woonden in zo’n villa hier in Hilversum. Ja, we hadden het echt vet. En met bijna niets gingen we naar Indonesië.”

Van der Maten heeft geen zitvlees. Ze schudt driftig haar hoofd. “Nooit gehad. Ik zie het ook aan mijn oma. Ze is nu 95, haar oren gaan achteruit, haar ogen gaan achteruit en deze week kon ze bijna niet meer lopen. Nu wil ze dood. Ik snap dat wel, zei ik tegen haar. Ik ben ook altijd bezig, dat zit in me, daar voel ik me prettig bij.”

Van der Maten is veranderd in het buitenland, zegt ze. “Ik ben flexibeler geworden. Heb geleerd meer met de stroom mee te gaan. Als iets niet kan, dan kan het niet. In Nederland is iedereen veel meer gehaast. Tijd speelt hier een enorme rol. Dat heb ik nog steeds wel hoor, dat ligt aan mijn opvoeding. Van mijn ouders heb ik geleerd om je aan afspraken te houden. Maar ik weet inmiddels ook dat als het nu niet lukt, het misschien morgen wel lukt. Of overmorgen. Heel relaxed eigenlijk.”

Terugkeren naar Nederland ziet Van der Maten niet snel gebeuren. “Ik vind Nederland heel erg materialistisch geworden. Het verbaast mij bijvoorbeeld dat prachtige gebouwen gesloopt worden, omdat het nog mooier moet. Alles staat hier voortdurend in de steigers."

"Het gaat er bij mij niet in, als ik zie dat er mensen met de laatste middelen die ze vinden, stukken hout en stukken zeil, ook een huisje bouwen. En misschien zijn zij wel veel gelukkiger. Ik heb in Indonesië geleerd - het is een cliché, maar het klopt wel - dat geld niet gelukkig maakt.”

Pijn in het hart
Zeven jaar woonde Van der Maten in Indonesië. Dat is redelijk lang voor een correspondent, vindt ze. Met pijn in haar hart heeft ze het land verlaten. Toch was het een bewuste keuze. “Ik merkte dat ik me als correspondent begon te ergeren. Ik kwam Papua bijna niet meer in. Voor de Molukken moest ik toestemming vragen. En Atjeh was na de tsunami voor mij Atjeh niet meer. De belangstelling vanuit Nederland werd ook minder. Ik kon mijn verhaal niet meer vertellen.”

Misschien wel de belangrijkste reden voor het vertrek was heel persoonlijk. “We hebben er een kindje geadopteerd. Het is míjn kind, maar het is niet leuk als mensen op straat zeggen dat het niet mijn kind is. Elke dag was er wel iemand die er iets over moest zeggen. Ik vond dat echt heel kwetsend. Waar waren jullie toen ze de eerste drie maanden van haar leven in het weeshuis nachtenlang lag te huilen, dacht ik dan. Het deed elke dag pijn."

"Ze kunnen echt keihard zijn hoor, die Indonesiërs. Ze vragen je het hemd van het lijf. Wat je salaris is, wat je huis kost. Maar ze vroegen ook wat dat nu kostte, zo’n adoptie. Dat vond ik echt shocking. Was daar heel boos over. Ik ben gewoon haar moeder. Punt. Voor mij maakt het niet uit of ze uit mijn buik komt of uit de lucht is komen vallen.”

Glaasje wijn
Sinds anderhalf jaar woont Van der Maten met man en dochter in hartje New Delhi, waar ze naast haar werk voor de NOS ook artikelen schrijft voor de Volkskrant. “India is heel kleurrijk. Als een kijkdoos, een theater waar je naar kijkt. Het is heerlijk om met een glaasje wijn op ons balkon te zitten. En maar kijken, naar de koeien die voorbij wandelen, naar de meneer die de was van de hele buurt strijkt. Het is prachtig. Ik houd er van om met Naomi door de stad te fietsen.”

Ze grinnikt. “We zijn natuurlijk een beetje gek, want in India fietsen alleen de arme mensen.” En welk land volgt er na India? “We zitten wel eens grapjes te maken, dan moeten we toch maar naar Afrika. Nee, ik weet niet of we het nog een keer doen. Ik weet niet of we nog een keer helemaal opnieuw beginnen.”

Dus eigenlijk moet ze een zak met geld winnen om op hun berg te gaan zitten?
“Ja! Ha ha! Nee, dat ben ik te druk en te ondernemend voor. Ik denk wel dat ik over vijf jaar andere dingen ga doen. Ik vind het vervelend dat nieuws een steeds kortere spanningsboog kent. Vroeger...” Ze onderbreekt zichzelf. “Vroeger. Moet je mij horen."

"Maar tien jaar geleden maakte ik reportages van zes minuten, nu moet het in drie. Het moet allemaal sneller. Ik vind dat dom. Alles gaat in Nederland over kijkcijfers en luistercijfers. Hou toch ’ns op, denk ik dan. Zelfs de weblogs bij de NOS hebben een uitzendrapport. Hoe vaak ’t wordt aangeklikt. Die lijst sturen ze mij, maar ik kijk er niet eens naar.”

Overlevers
In haar boek schrijft Van der Maten onbeschrijflijk ontroerend over haar dochter. Drie maanden oud was Naomi toen Van der Maten en haar man haar adopteerden uit een weeshuis. Als het einde van het Indonesische correspondentschap naderbij komt, noteert Van der Maten in het dagboek van haar dochter: “Ik zal je zoveel mogelijk blijven vertellen over je land."

"Het land waar we zoveel van zijn gaan houden. Over de sterke mensen die er wonen. Het zijn als jij overlevers in hart en nieren. Het land dat ons het mooiste heeft gegeven. Jou. Je relativeert ons leven. Je leert ons naar kleine dingen te blijven kijken; een vlieger in de lucht, de maan die opkomt of een mier die over de reling van een balustrade loopt.”

En in het vliegtuig van Jakarta naar India kijkt Van der Maten naar haar ‘Javaanse koppetje’: “Het grootste cadeau dat we van het land kregen of misschien wel hebben meegenomen. Dat moet ze later zelf maar beslissen, tot die tijd zorg ik met hart en ziel voor haar. Mijn stukje Indonesië dat ik altijd bij me zal hebben.”


B i o g r a f i e

Naam: Wilma van der Maten
Geboren: 25 november 1964, Heerde
Privé: getrouwd met Michel van Zijl, dochter Naomi (5)
Opleiding: School voor Journalistiek; universitaire studie antropologie

Carrière: begonnen bij NCRV-radio (o.a. Wie weet waar Willem Wever woont) en Teletekst, daarna Wereldomroep, NPS en NOS. In 1999 correspondent voor o.a. NOS en Trouw in Indonesië. Sinds 2007 correspondent in India voor NOS-radio en -tv, Volkskrant en VRT-radio en -tv.

NCRV-gids 24, 14 t/m 20 juni 2008.

2008 Jun 20