Kinderbescherming neemt les 'baby Donna' ter harte

Kinderbescherming neemt les 'baby Donna' ter harte

De illegaal geadopteerde baby J. moet ogenblikkelijk weg bij zijn wensouders, zeggen deskundigen. Hij mag geen tweede 'baby Donna' worden.
De Raad voor de Kinderbescherming beslist vermoedelijk nog deze week over het lot van de Belgische baby J. Die werd kort na zijn geboorte op 3 juli verkocht aan een Nederlands echtpaar, zo onthulde tv-rubriek 'Netwerk' maandagavond.
Het Nederlandse stel kwam via internet in contact met de biologische ouders, die uit geldgebrek afstand van hun zoontje wilden doen. De wensouders lieten het pasgeboren jongetje in Gent als hun eigen kind registreren en namen het vervolgens mee naar hun woonplaats in Overijssel.
Of J. daar mag blijven, wilde de raad gisteren niet zeggen. „Wij zitten midden in de zaak", aldus woordvoerder Hester Korver. „Wij willen dit zorgvuldig aanpakken." Maar ze wil wel kwijt dat de raad 'lessen heeft geleerd van de zaak rond baby Donna'.
Volgens Wim Slot, hoogleraar jeugdbescherming aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, luidt de belangrijkste les: 'treed eerder en krachtdadiger op'. Bij de eveneens via internet verhandelde Donna duurde het zo lang voordat Bureau Jeugdzorg en de Kinderbescherming in actie kwamen, dat er een gezinsleven was ontstaan. Daarom oordeelde de rechter dat het meisje bij de kopers mocht blijven.
Deze nieuwe zaak biedt de raad een herkansing, zegt Slot: baby J. moet zo spoedig mogelijk worden weggehaald bij de wensouders en voorlopig in een neutraal pleeggezin worden geplaatst. Alleen zo kan de raad laten zien dat het (ver)kopen van kinderen en illegale adoptie ontoelaatbaar zijn, aldus Slot: „Dat is in het belang van alle kinderen."
Uithuisplaatsing is ook het beste voor deze individuele baby, zegt Hans van Hooff, hoofd juridische zaken van het Fiom, de organisatie die de belangen van afstandsmoeders en -kinderen behartigt. De wensouders hebben het jongetje met de vervalste geboorteakte een nieuwe geschiedenis willen geven, maar dat druist in tegen de rechten van het kind: „Het is voor afstandskinderen heel belangrijk om te weten wat hun roots zijn."
Die ervaring heeft ook Hilbrand Westra van United Adoptees International, een organisatie van volwassen geadopteerden. „Een geadopteerde loopt psychische schade op als hij ontdekt dat hij als kind is verhandeld. De kans is groot dat hij dan de relatie met zijn adoptieouders verbreekt."
Ook Westra ziet maar één oplossing: baby J. moet voordat hij zich gaat hechten aan zijn verzorgers naar een neutraal pleeggezin: „En dan liefst terug naar zijn land van herkomst: België."
© Trouw 2008, op dit artikel berust copyright.
Al meer dan drie jaar is baby Donna de inzet in een juridische strijd tussen haar biologische vader en een Nederlands stel dat de baby heeft geadopteerd. Het gerechtshof in Arnhem besloot gisteren dat Donna in Nederland blijft en dat haar biologische vader, Bart Philtjens, een omgangsregeling met het kind krijgt.
De Belg Philtjens verwekte Donna in 2004 bij een Belgische draagmoeder, omdat zijn eigen vrouw onvruchtbaar is. Tegen de afspraken in verkocht de draagmoeder de baby echter door aan Nederlandse pleegouders in Leusden.
De precieze invulling van de omgangsregeling vindt het hof vooralsnog niet aan de orde. Eerst moet peuter Donna met deskundige hulp op de hoogte worden gebracht van haar achtergrond.