H. werd in juli 2007 in Sri Lanka gearresteerd samen met haar partner, een 44-jarige man uit Ommen. Het stel zou een groep tussenpersonen hebben betaald om hun een baby van een prostituee te bezorgen. Het geboortebewijs werd vervalst en H. zou medicijnen hebben geslikt om de borstvoeding op gang te laten komen, zodat ze de baby zelf kon voeden. De biologische moeder deed uiteindelijk aangifte, uit angst dat haar kind doorverkocht zou worden voor de handel in organen.

Het stel kreeg in Sri Lanka geen straf en keerde terug naar Nederland. Daar werden ze in mei van dit jaar opnieuw aangehouden. Zij zouden opnieuw geprobeerd hebben het kind te adopteren, ditmaal door de papieren te vervalsen.

De officier van justitie betoogde dinsdag tevergeefs dat H. in voorarrest zou moeten blijven, omdat zij in staat zou zijn 'zo weer op het vliegtuig naar Sri Lanka te stappen om een nieuwe poging te wagen.' Volgens de aanklager had H. afgelopen mei (vlakvoor haar arrestatie) nog contact met de 44-jarige medeverdachte over illegale adoptie.

Het voorarrest van de man was al eerder opgeheven. De inhoudelijke behandeling van de strafzaak laat voorlopig zich op zich wachten, omdat het Openbaar Ministerie (OM) nog een persoonlijkheidsonderzoek naar H. gaat doen. Ook wil het OM onderzoek in Sri Lanka.