Dat blijkt uit het Kwaliteitskader vergunninghouders interlandelijke adoptie dat minister Ernst Hirsch Ballin van Justitie woensdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Het document past volgens zijn ministerie in het beleid om de kans op misstanden bij adopties te verkleinen. De kwaliteitseisen geven echter geen garantie dat alle adopties helemaal volgens de doelstellingen plaatsvinden, staat in het stuk te lezen.

Hirsch Ballin kondigde vorig jaar al aan dat Nederlandse adoptiebemiddelaars aan hogere kwaliteitseisen moeten voldoen en dat de controle daarop beter moet. Aanleiding daarvoor waren twee kritische onderzoeken naar mogelijk illegale adopties uit India. Dit jaar ontstond ophef over vermeende misstanden bij adopties uit China.

Het belang van het kind moet voorop staan bij interlandelijke adoptie. In het kwaliteitskader staan onder meer criteria waaraan het adoptieproces, de bedrijfsvoering van de organisaties en de medewerkers moeten voldoen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld ook om controle op de bestemming en besteding van gelden in het buitenland.

Het document is in samenwerking tussen de vergunninghouders en het ministerie van Justitie tot stand gekomen. De huidige adoptiebemiddelaars gaan ervan uit dat nieuwe vergunninghouders zich ook aan de afspraken moeten houden.