De rechtbank liet zich voor de uitspraak informeren door de Raad voor de Kinderbescherming, die onderzoek deed naar de leefsituatie van Donna – inmiddels drieënhalf jaar.

Dat gebeurde op verzoek van Bart Philtjens, de biologische vader van Donna. In 2004 kwam hij met een Belgische vrouw overeen zijn kind te dragen. Toen ze tijdens de zwangerschap ruzie kregen, bood de draagmoeder Donna aan op internet. Na de geboorte droeg ze het over aan een stel uit het Utrechtse Leusden, dat Donna sindsdien verzorgt.

Philtjens spande in oktober een rechtszaak aan om af te dwingen dat het kind uit het pleeggezin zou worden geplaatst. Van de rechter kreeg hij nul op het rekest. Het rapport van de Raad ondersteunt dat besluit. De Raad vindt het niet verstandig om Donna uit het pleeggezin te plaatsen. Ze zou toe zijn aan rust en stabiliteit.

De adoptiebranche reageert verbolgen op de uitspraak. René Hoksbergen, hoogleraar adoptie aan de Universiteit Utrecht, vindt dat Donna terug moet naar België. 'Voor nu een pijnlijk besluit, omdat Donna al een band heeft met haar pleegouders. Maar voor de langere termijn veel beter. Je kunt het niet maken zo'n kind op te schepen met ouders die haar van internet hebben geplukt.' Hoksbergen vindt dat de rechter niet vanuit het belang van het kind heeft geoordeeld. 'Dit is een zeer ongelukkige gang van zaken.'

Bovendien schept het een precedent, zegt Hilbrand Westra, voorzitter van belangenvereniging United Adoptees International (UAI). 'De rechter praat louter over de situatie van Donna binnen het pleeggezin. Er wordt volledig voorbijgegaan aan het feit dat ze haar illegaal hebben verkregen. Met deze uitspraak geeft de rechter een totaal verkeerd signaal.'