exposing the dark side of adoption
Register Log in

Interview met Ina Hut (voormalig directeur 'Wereldkinderen')

public

Ina Hut was directeur van het grootste adoptiebureau van Nederland: ‘’Wereldkinderen’’. Tijdens haar werkzaamheden kwam Ina erachter dat bepaalde zaken niet klopten. Er was sprake van illegale praktijken tijdens adoptieprocedures. Ina heeft zich ingezet om de illegale praktijken aan het licht te brengen. In haar strijd tegen illegale adoptie heeft Ina vaak tegenslagen gehad. Inmiddels is zij opgestapt bij Wereldkinderen en is zij directeur van Comensha. Comensha is een organisatie die mensenhandel bestrijd. Hieronder is een interview te lezen die wij gehad hebben met Ina.

U bent directeur geweest van het grootste adoptiebureau van Nederland, ‘Wereldkinderen’. Tijdens uw werkzame jaren als directeur kwam u erachter dat er sprake was van illegale adoptie. Op welke manier bent u tot deze ontdekking gekomen?

Eigenlijk klopt de term illegale adoptie niet, het gaat om gelegaliseerde adoptie, waar er tijdens de procedure illegale praktijken hebben plaatsgevonden, zoals bv. het betalen door kindertehuizen voor het aanbrengen van kinderen, geen goede manier van afstand etc.

Ik kwam langzamerhand tot de ontdekking dat er bepaalde zaken niet klopten. Maar daarmee wordt het niet altijd als een illegale adoptie gezien. Ik had al vrij snel in de gaten dat de vraagkant naar kinderen, groter was dan ‘het aanbod’. Dat was voor mij ook mede een reden om mijn eigen adoptieprocedure te stoppen, al een jaar nadat ik directeur was van Wereldkinderen. In de jaren erna kwam ik erachter dat die vraagkant aanbod creëert, dat duurt even voordat je het in de gaten hebt. Eerst denk je dan nog dat het incidenteel is, maar je gaat in bijna alle landen dezelfde patronen zien. Vanaf 2007 raakte ik ervan overtuigd dat het systeem adoptie achter legale adoptie niet deugt, verziekt is. Er is marktwerking ontstaan. Hierin heeft Roelie Post van ACT (Against Child Trafficking) ook een belangrijke rol gespeeld. Zij heeft in 2007 een boek geschreven over adopties uit Roemenië en de enorme lobby en tegenwerking die zij binnen de Europese Commissie heeft ervaren. Ik heb veel gesprekken met haar gehad. Daarnaast ben ik zelf tegen misstanden aangelopen in Ethiopië, Haïti, India en China. Ik heb nog een paar jaar gehoopt om het systeem van binnen uit te verbeteren, tegen beter weten in eigenlijk. Toen ik vervolgens ook nog door ons eigen ministerie van JenV (Justitie en Veiligheid) geïntimideerd werd, was voor mij de maat vol. Ik wilde onderzoek doen naar adopties uit China, want daar waren bewijzen dat kindertehuizen behoorlijk veel geld betaalden voor het aanbrengen van kinderen in de kindertehuizen. Dat onderzoek werd tegengehouden door het ministerie van JenV, op straffe van het intrekken van de vergunning van Wereldkinderen. Zij waren van mening dat je (vanuit het Haags Adoptieverdrag) moet kunnen vertrouwen op de landen van herkomst. Terwijl ze anderzijds hard uithaalden naar de vergunninghouders als er misstanden waren. Dat was voor mij de druppel. Enerzijds werd je geacht om zoveel mogelijk de achtergronden te garanderen, anderzijds heb je geen bevoegdheden om in het land van herkomst te controleren als het gaat om een HAV land. Ik kon niet meer achter adoptie staan.

Had u voorafgaand aan uw ontdekking binnen ‘Wereldkinderen’ al eerder kennis gemaakt met de illegale praktijken binnen adoptie?

Nee, zelf stond ik al jaren op de wachtlijst voor adoptie, ik had het idee dat adoptie iets moois was. Zo ben ik begonnen als directeur van Wereldkinderen. Uiteindelijk is het een totale deceptie geworden vanwege de wereldwijde praktijken achter het systeem.

Uit uw verslag van de gebeurtenissen rondom de adopties vanuit China blijkt dat u zich voornamelijk richtte op de illegale praktijken in China. Zelf hebben wij ook kennis genomen van de grote mate van illegale adoptie in bijvoorbeeld Sri-Lanka. Is er een specifieke reden voor u geweest dat u zich heeft gericht op China?

Ik wilde onderzoek doen in alle landen waarmee Wereldkinderen destijds werkte. En begon met China, India, Haïti en Ethiopië. De keuze voor China was vooral ingegeven doordat China destijds het grootste aantal adoptiekinderen ‘leverde’ en omdat er bewijzen waren van structurele misstanden in dat land. Daarbij hield China zich niet aan de afspraken in het HAV (Haags Adoptieverdrag) en volgens een hoge ambtenaar van het CCAA (China Center of Adoption Affairs) was de wachtlijst vanuit Chinese wensouders zo groot, dat alle kinderen wel in China zelf geplaatst zouden kunnen worden.

In uw strijd tegen illegale adoptie heeft u veel tegenslagen gehad. Wat maakte dat u doorging en niet de moed opgaf?

Voor mij speelde een grote rol dat er gebruik en misbruik werd gemaakt van kwetsbare groepen mensen, dat maakt mij strijdlustig. Ik kan heel slecht tegen onrecht.

In uw verslag komt naar voren dat het advies van de RSJ (Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming) over het stoppen van interlandelijke adoptie een overwinning voor u was voor. Namelijk voor al het werk dat u jaren daarvoor bij ‘Wereldkinderen’ hebt gedaan.

Het is vooral een erkenning geweest. Negen jaar nadat ik de noodklok luidde en een rapport heb neergelegd in de Tweede Kamer, kwam de RSJ met eenzelfde conclusie.

Wat vind u ervan dat er tot op heden nog niets gedaan is met het advies dat de RSJ heeft gegeven?

Ik vind het onbegrijpelijk dat als de directeur van de grootste adoptieorganisatie aan de bel trekt in 2009 en de RSJ in 2016 dezelfde soort conclusies trekt, dat ondanks dat gewoon doorgegaan wordt met adoptie. Het systeem is al die jaren niet verbeterd, wellicht wat cosmetische aanpassingen, maar in de kern is het hetzelfde gebleven; vraag creëert aanbod.

Wat zou ervoor kunnen zorgen dat er wel naar advies van de RSJ geluisterd gaat worden?

We zouden moeten weten wie achter de schermen zoveel invloed heeft/hebben dat adopties ondanks het advies van de RSJ gewoon door kunnen gaan. Weten wie waar welke invloed heeft, op nationaal en internationaal niveau. De belangen die meespelen achterhalen. Pas als dat helder is, kan aangegeven worden hoe ervoor gezorgd kan worden dat het advies van de RSJ wel wordt opgevolgd.

Onlangs hebben wij SGP-kamerlid Kees van der Staaij geïnterviewd met betrekking tot het onderwerp illegale adoptie binnen de Tweede Kamer. Hierin verwees hij een aantal keer naar het Haags adoptieverdrag. Echter lazen wij in uw verslag omtrent China dat onder andere dit land zich niet aan dit verdrag houdt.

Dat klopt, zij hielden zich destijds niet aan het subsidiariteitsbeginsel en daarnaast werd er op grote schaal betaald voor het aanbrengen van kinderen. Dat is tegen het HAV.

Wat voor nut heeft het Haags adoptieverdrag dan nog wanneer het niet wordt nageleefd?

Als het HAV niet wordt nageleefd heeft het verdrag geen nut. Het HAV geeft alleen maar schijnzekerheid. Landen zouden zich aan het IVRK (internationaal verdrag inzake de rechten van het kind) moeten houden en zorgen dat kinderen de veiligheid en bescherming in eigen land krijgen.

Er zijn mensen die graag legaal een kind willen adopteren. Hoe kunnen deze mensen weten of de adoptie legaal verloopt? Oftewel, heeft u bepaalde richtlijnen of handvatten waaraan ouders zich kunnen vasthouden om zo geen of minder risico op een illegale adoptie te lopen.

Ik zou wensouders van tegenwoordig willen adviseren om niet te adopteren. Als het de wensouders gaat om een kind te helpen: in ons eigen land is een groot tekort aan pleeggezinnen, overweeg dat. En als je geen pleegkind in je gezin wilt opnemen, ondersteun dan gezinnen en kinderen financieel of anderszins. Interlandelijke adoptie is een achterhaald systeem: een soort neokolonialisme.

Als alternatief op interlandelijke adoptie, naar aanleiding van het advies van de RSJ, spreekt u over het worden van pleegouder in eigen land in plaats van adoptieouder. Wij hebben echter het idee dat het ouders misschien zou kunnen belemmeren om pleegouders te worden, doordat ze het idee kunnen hebben dat deze kinderen vaak uit complexe thuissituaties komen. Wat is uw visie hierop?

Dat klopt, maar als het gaat om bescherming van een kind, dan dient dat voorop te staan. Ook deze kinderen hebben er recht op om in een veilig gezin op te groeien. Maar uiteraard geldt wel als wensouders dat niet willen of kunnen, dan is het niet verstandig een pleegkind in je gezin op te nemen. Voor wat betreft interlandelijke adoptie, de kinderen die tegenwoordig worden geadopteerd, hebben bijna allemaal een special need achtergrond, dus hebben ook speciale zorg nodig.

U bent directeur van Comensha, een organisatie die zich inzet tegen mensenhandel. Er is over het algemeen weinig aandacht onder de Nederlandse bevolking voor het onderwerp mensenhandel, terwijl veel mensen er (on)bewust in hun dagelijks leven wel mee te maken krijgen. Wat vind u hiervan?

Dat is ronduit zorgelijk. Want alleen samen kunnen we mensenhandel in Nederland signaleren en stoppen. Het Nederlandse publiek speelt ook een belangrijke rol in het herkennen van signalen van mensenhandel. Het kan echt bij je om de hoek gebeuren.

Wat moet er volgens u nog gebeuren om mensenhandel onder de aandacht te brengen?

Spread the word! Meer bewustwording in het algemeen, voorlichting op scholen, meer scholing van professionals op dit thema, professionals die met mogelijke slachtoffers in aanraking komen, zoals zorgprofessionals in de medische sector, jeugdzorginstellingen, gemeenten, etc. Veel politieke aandacht op lokaal, nationaal en internationaal niveau, prioriteit voor dit thema en dus ook voldoende capaciteit/kennis bij opsporingsdiensten, commitment op hoog bestuurlijk niveau en bij de mensen in het veld.

2018 Jan 1