exposing the dark side of adoption
Register Log in

Het draait om geld, geld, geld

public

Iris Pronk

Adoptie is gelegaliseerde kinderhandel, zeggen Roelie Post en Arun Dohle. Samen richtten zij Against Child Trafficking op. Als het aan hen ligt, is interlandelijke adoptie over vijf jaar verdwenen.

Aan de muur van hun kantoortje in Brussel hangt een grote wereldkaart met groene, rode en blauwe stippen. Groen zijn de ’open’ adoptielanden, rood de landen die de deuren sloten. En blauw staat voor de regio’s waarin Roelie Post (49) en Arun Dohle (36) tot nog toe onderzoek deden: Malawi, Ethiopië, China, Peru en India.

Hun doel is een ’rode wereld’: over vijf jaar moet interlandelijke adoptie zijn gestopt. Omdat het volgens hen ’gelegaliseerde kinderhandel’ is, waarbij kwetsbare kinderen geruild worden tegen grote sommen geld. Hun beschrijving van adoptie heeft John Le Carré-achtige trekken: geroofde baby’s, gewetenloze handelaars, sjoemelende tehuisdirecteuren en vervalste adoptiedossiers. Die zijn, zeggen zij, de regel.

Om deze ’handel’ zichtbaar te maken én te frustreren, richtten Post en Dohle samen Against Child Trafficking (ACT) op. In hun kantoortje, gevestigd in het souterrain van Post, maakt het tweetal lange dagen: „En de telefoon gaat hier ook geregeld om drie uur ’s nachts.”

De onderzoekers verzamelen informatie over foute of dubieuze adoptiezaken, onder meer via internet. Hun database groeit met de dag: „Wij spreken adoptieouders, geadopteerden, advocaten en professoren uit de hele wereld.” Stuiten ze op gekidnapte kinderen of dubieuze dossiers, dan informeren ze de betrokken adoptiebureaus en ministeries.

Dat maakte ze in ’het wereldje’ niet populair. Bertie Treur, directeur van Stichting Kind en Toekomst, slaakt een zucht bij het horen van de namen ’Post’ en ’Dohle’. „Wij zetten ons enorm in voor ethische adopties,” zegt zij. „Deze mensen zoeken naar het slechte. Ik vind het kwalijk dat zij ervan uitgaan dat de adoptiebureaus zomaar iets doen.”

Op hun beurt hebben Post en Dohle geen hoge pet op van de bureaus, die meewerken aan een systeem dat zij als corrupt en verziekt hebben ervaren. Ook over de meeste overheden zijn ze negatief, want die zwichten volgens hen keer op keer voor de machtige lobby van (aspirant) adoptieouders. Hun kinderwens is leidend, zegt het tweetal, niet het belang van het kind.

Tegen die machtige krachten voeren ze hun guerrillastrijd. Post legt zich daarbij toe op beleid en kinderrechten, Dohle is de veldonderzoeker. Hij stapt geregeld met een tas vol dossiers in het vliegtuig, om bijvoorbeeld in Ethiopië of India de achtergrond van adoptiekinderen uit te pluizen. Niet volgens de ’Spoorloosmethode’, zegt Post. „Want dat tv-programma brengt biologische ouders en geadopteerde kinderen weer bij elkaar en dat is dat. Terwijl wij vinden dat ook het recht moet zegevieren.”

Bij enkele geruchtmakende adoptie-incidenten van de afgelopen tijd was Dohle nauw betrokken. Zo werkte hij mee aan de Netwerk-uitzending over ’Rahul’, het jongetje dat op anderhalfjarige leeftijd gestolen werd van zijn Indiase ouders en mogelijk in een Nederlands adoptiegezin terechtkwam. Dohle bracht de biologische ouders in contact met een advocaat, die de Nederlandse adoptieouders nu al jarenlang tevergeefs om een DNA-test vraagt.

Ook Madonna wisten Dohle en Post te dwarsbomen, in samenwerking met een lokale mensenrechtenorganisatie. De rechtbank van Malawi en wees haar adoptie van Chifundo ’Mercy’ James (3) dit voorjaar eerst af, omdat ze geen inwoner van Malawi is, zoals de wet voorschrijft. Dat deed de rechter op basis van kennis van Dohle, zegt hij. In tweede instantie mocht de Amerikaanse megaster het meisje overigens toch meenemen. Tsja, verzucht Post: „Zo gaat dat bij adoptie. Het draait om geld, geld, geld.”

En dan was er nog de recente onthulling van adoptiebureau Wereldkinderen dat Ethiopische ’weeskinderen’, die door Nederlandse ouders geadopteerd zijn, nog springlevende Ethiopische ouders blijken te hebben. Die conclusie trok het bureau uit een onderzoek door ACT. Wereldkinderen zette adopties uit Ethiopië als gevolg hiervan voorlopig stop.

De verontwaardiging van Dohle en Post is groot, hun standpunt helder: interlandelijke adoptie is geen ’laatste redmiddel’ voor kinderen in de knel, maar een lucratieve markt die ongewenst kinderloze stellen bedient. Met ’kinderbescherming’ heeft adoptie weinig te maken, vinden zij. Wie écht wil helpen, moet investeren in een lokale kinderbescherming en arme ouders met zorg omringen om te voorkomen dat ze hun kinderen afstaan.

Recente gevallen van kinderhandel ten behoeve van adoptie zijn géén incidenten, beweren de twee. Maar kunnen ze dat ook bewijzen?

Ja, zeggen Post en Dohle: zij hebben tot nog toe ruim honderd adoptiezaken onderzocht en troffen in alle zaken fouten aan. Die variëren van kinderroof tot verkeerde dossiers, op basis waarvan lokale rechters een adoptie goedkeurden. „Het is een misdaad om de rechtbank vals voor te lichten.”

En soms kloppen de papieren wél, maar wisten moeders niet waarvoor ze tekenden. Dohle: „Ze snappen niet dat een afstandsverklaring definitief is. Ze denken dat ze hun kind op 18-jarige leeftijd weer in de armen kunnen sluiten.”

Maar: ruim honderd misstanden tonen nog niet aan dat circa 36.000 interlandelijke adopties per jaar niet deugen. Ze vormen geen bewijs voor corruptie en criminaliteit op grote schaal. Post begint diep te zuchten bij deze constatering: „Hoeveel bewijzen wil je hebben?” Ze vindt het de omgekeerde wereld: „De adoptiebureaus zouden moeten bewijzen dat hun adopties ethisch verantwoord zijn. Maar dat kunnen en willen ze niet. Die bureaus houden zich op de vlakte, ze zoeken niks uit. Hun dossiers zijn vaak zo vaag, je zou er nog geen tweedehands auto op kopen.”

Maar een slordig dossier hoeft toch niet op kinderhandel of een onethische adoptie te wijzen? Post: „Het grootste probleem is dat ouders die overwegen hun kind af te staan, bijvoorbeeld omdat ze geen geld meer voor eten hebben, meestal géén alternatieve hulp krijgen. Geen coaching, geen lening, geen andere uitweg dan afstand en adoptie. Adoptiebureaus hebben wel allerlei hulpprojecten, maar die zijn bedoeld voor ándere gezinnen, niet voor potentiële afstandsouders.”

Kleurt het kwaad waarvan Dohle en Post overtuigd zijn, niet te veel hun blik? „Was het maar waar,” zegt Post. „Wij zijn niet tegen adoptie, maar tegen kinderhandel. Die twee zijn helaas niet van elkaar te onderscheiden.”

Wie zijn de adoptiebestrijders?

Roelie Post verwierf haar kennis over adoptie in Roemenië, waarmee ze namens de Europese Commissie jarenlang werkte. Ze zag er overvolle kindertehuizen en assertieve buitenlandse adoptiebureaus die een ’gelegaliseerde kinderhandel’ dreven. „Het aanbod werd op de grote vraag afgestemd,” zegt Post. In haar boek ’Romania. For export only. The untold story of the Romanian orphans’ (2007) doet ze verslag van haar ervaringen.

Samen met de Roemeense overheid sloot de Europese Commissie de grote kindertehuizen en zette ze een kinderbescherming op, die Roemeense kinderen in hun eigen land opvangt. Maar een actieve adoptielobby bleef aandringen op de ’export’ van Roemeense kinderen, waartegen Post fel gekant is.

Die lobby maakte haar werk binnen de Europese Commissie onmogelijk, aldus Post. Ze werd uiteindelijk gedetacheerd bij Against Child Trafficking (ACT), een organisatie die ze zelf oprichtte. „Ik heb gezien hoe dit systeem kinderen naar binnen zuigt, in plaats van ze te helpen,” zegt ze. „Ik moet mijn kennis over adoptie delen, dat is mijn maatschappelijke verantwoordelijkheid. Niemand anders komt voor deze kinderen op.”

Post vond een medestander: Arun Dohle, een Indiër die geadopteerd werd door Duitse ouders. Dohle doet al jaren onderzoek naar zijn eigen wortels in India. Hij vermoedt dat hij een buitenechtelijk kind is van een lid van de beroemde familie Pawar. Voor de rechter in Bombay eiste Dohle de onthulling van de identiteit van zijn moeder, maar de zaak loopt tot nog toe vast ’op de macht van de familie’. Zijn zoektocht werd een Indiase mediahype. ’Zoon van Pawar wil weten wie zijn moeder is’, kopten de kranten.

„Ik ontdekte dat mijn adoptie shit is, dat het papierwerk van leugens aan elkaar hangt,” zegt Dohle. „Nergens in mijn dossier zit een door mijn moeder ondertekende afstandsverklaring. Ik denk dat ze mij onder dwang van haar afgenomen hebben.” Dohle onderzocht ook zo’n honderd dossiers van andere adoptiekinderen, die volgens hem allemaal fouten bevatten.

www.trouw.nl
2009 Dec 22