exposing the dark side of adoption
Register Log in

Doe-het-zelf-adoptie steeds populairder

public

Doe-het-zelf-adoptie steeds populairder

’De adoptiebureaus spannen zich niet genoeg in voor kinderen’

Marja en André Nieuwland reizen binnenkort samen met hun adoptiezoon Bram naar Zambia. In de hoofdstad Lusaka halen ze de tweejarige Avon op uit een kindertehuis in Lusaka. Nieuwland heeft de adoptie grotendeels zelf geregeld.

Marja en André Nieuwland reizen binnenkort samen met hun adoptiezoon Bram naar Zambia. In de hoofdstad Lusaka halen ze de tweejarige Avon op uit een kindertehuis in Lusaka. Nieuwland heeft de adoptie grotendeels zelf geregeld. © FOTO JÖRGEN CARIS, TROUW

De adoptiebureaus hebben ellenlange wachtlijsten. Een groeiend aantal aspirant-ouders wil de adoptie daarom (deels) zelf regelen. Minister Hirsch Ballin wil dat juist verbieden.

De vijfjarige Bram weet precies wat hij in Zambia gaat doen: „Een broertje ophalen.”

Zijn adoptievader André Nieuwland (40) serveert in hun Brabantse woonkamer een kopje rooibosthee: „Om alvast in Afrikaanse sferen te komen.” Binnen enkele dagen reist het gezin af naar Lusaka, waar Brams nieuwe broertje Avon (2) wacht. Nieuwland regelde de adoptie grotendeels zelf.

Nieuwland is voorzitter van de Belangenvereniging van zelfdoeners in adoptie (BZA). Die groeide in twee jaar tijd van 400 naar 1600 leden. Reden voor die aanwas: de ellenlange wachtlijsten van de adoptiebureaus. Wie momenteel een kind wil adopteren, moet zes tot soms wel tien jaar geduld oefenen.

Dan liever ’doe-het-zelven’, zo luidt het standpunt van de BZA. Dat betekent zelf contacten leggen in vaak weerbarstige landen, waar geregeld de stroom uitvalt en telefoons weigeren. Zelf op zoek gaan naar een kindertehuis of adoptieministerie, zelf uitvlooien hoe de lokale adoptiewet in elkaar steekt. En als dat allemaal is gelukt, dan zelf een Nederlands adoptiebureau benaderen, om het traject goed te keuren.

Hoe dat in de praktijk werkt, vertellen Nieuwland en Krijn Drijvers (34), die ook actief is in de BZA. Met zo’n twintig andere verenigingsleden begonnen zij ruim anderhalf jaar geleden aan hun Zambiaanse avontuur. Eerst vanuit Nederland, daarna ook ’live’: Drijvers en Nieuwland bezochten het adoptieministerie en het Bill and Bette Bryant kindertehuis in Lusaka. Daarnaast legden ze contacten met een Zambiaans en een Nederlands adoptiebureau, die graag met hen wilden samenwerken.

„Je kunt het vergelijken met een reis”, zegt Nieuwland. De ’gewone’ adoptie, via bemiddeling door een Nederlands bureau, is ’een geheel verzorgde vakantie’. De zelfdoeners in adoptie zijn avontuurlijker ingesteld: zij pakken een kaart van de streek en stippelen een eigen route uit.

Reizigers van het laatste type arriveren – als ze het goed aanpakken – tegenwoordig sneller op Bestemming Kind. Deze vorm van adoptie is ook leuker, zegt Nieuwland: „Want je komt zo heel veel te weten over het land waar hopelijk je kind vandaan komt.”

Maar minister Hirsch Ballin van justitie ziet vooral de risico’s van wat in adoptiejargon ’deelbemiddeling’ heet. Nederlandse adoptiebureaus kunnen de door aspirant-ouders zelf gelegde contacten volgens hem onvoldoende controleren. Afgelopen herfst maakte hij bekend de doe-het-zelf-adoptie daarom te willen afschaffen.

Een heel slecht idee, vindt de BZA. Want er zitten wereldwijd vele miljoenen kinderen in tehuizen, ’die de kans moeten krijgen om in een adoptiegezin op te groeien’.

De Nederlandse adoptiebureaus spannen zich volgens de vereniging onvoldoende voor deze kinderen in. „Zij kiezen vooral voor makkelijke landen waarmee ze toch al contacten hebben, zoals China”, zegt Nieuwland.

Dat de adopties van zelfdoeners oncontroleerbaar zouden zijn en daardoor mogelijk minder ethisch, bestrijdt Nieuwland. Hele stapels rapporten moeten de zelfdoeners bij Justitie inleveren. Daarvoor moeten zij zelf grondig onderzoek doen in het adoptieland: „Adopties via deelbemiddeling worden vaak beter gecontroleerd dan die via volledige bemiddeling.”

Nieuwlands nieuwe zoon is het eerste Zambiaanse adoptiekind dat straks naar Nederland komt. Deze zomer hoopt ook Drijvers zijn Zambiaanse zoon of dochter te ontmoeten.

Dat doet hij in het volste vertrouwen dat deze adoptie zorgvuldig is verlopen, zegt hij: „Als ouder wil ik mijn kind straks recht in de ogen kunnen kijken en zeggen: ’Ik heb het tot de bodem uitgezocht’.”

© Trouw 2009, op dit artikel rust copyright.

Hirsch Ballin: Controle vanuit Nederland is onvoldoende

Tot nog toe werden jaarlijks zo’n 40-60 kinderen door zelfdoeners – via deelbemiddeling – geadopteerd.

Het betrof in de meeste gevallen kinderen uit de Verenigde Staten, een van de weinige landen die openstaan voor adoptie door homostellen.

Minister Hirsch Ballin vindt de controle vanuit Nederland onvoldoende en wil de deelbemiddeling afschaffen. Deze week beantwoordt hij vragen van de Tweede Kamer over dit onderwerp; later dit voorjaar volgt hierover een Kamerdebat.

Bertie Treur van Stichting Kind en Toekomst, een van de vergunninghouders, is het met Hirsch Ballin eens: „Wij krijgen voor een deelbemiddeling 1000 euro. Daarvan kunnen we niet naar Honolulu vliegen om een adoptie te checken. We kunnen hooguit wat brieven sturen.”

Ook Martien Miedema van Wereldkinderen noemt de controle op de doe-het-zelf-adoptie ’een wassen neus’: „Wij krijgen wel iets meer dan 1000 euro. Maar toch: we zijn bang dat je een A-merk en een B-merk adoptie krijgt, omdat we die laatste niet goed genoeg kunnen checken.”

Wat Miedema wél ziet zitten, is dat zelfdoeners hun contacten aan bijvoorbeeld Wereldkinderen overdragen. Zo kan een adoptiebureau van het doe-het-zelf-traject een reguliere procedure maken.

Dat gebeurt ook met Zambia: de Belangenvereniging van Zelfdoeners in Adoptie sloot een samenwerkingsverband met de Nederlandse Adoptiestichting. Na dit eerste, experimentele jaar, kunnen mogelijk ook andere stellen uit Zambia adopteren.

www.trouw.nl
2009 Apr 14