exposing the dark side of adoption
Register Log in

’Opa gaf het kind stiekem weg’

public

14 september 2008
Leonoor Kuijk
’Opa gaf het kind stiekem weg’
Chinese deskundige blijft adoptie zien als goede oplossing voor kinderen

Kinderen in tehuis in Yulin, in de Chinese provincie Shaanxi. © FOTO WILMA MANDERS
reacties (0)
print
stuur artikel door
Dossier
Adoptie
Minister Hirsch Ballin van justitie heeft kritiek op de Chinese adoptiepraktijk, maar wil geen boycot, schreef hij vorige week in een brief aan de Tweede Kamer. In China zelf is er ook kritiek.
Alleen al uit zijn eigen familie- en kennissenkring weet de Chinese adoptiedeskundige Wang Liyao (68) twee gevallen te noemen waarin de rafelranden van de Chinese adoptiepraktijk blijken.
In een theehuis in de Chinese stad Hangzhou vertelt de gepensioneerde socioloog, die nog altijd als onderzoeker verbonden is aan de Academie van Sociale Wetenschappen van Anhui, over een Amerikaanse vriendin. Die adopteerde acht jaar geleden een zevenjarig kind uit een weeshuis in Nanjing. Toen ze het meisje wilde meenemen, zei het meisje eerst nog even haar ouders te willen bellen. Navraag wees uit dat het meisje nog maar kort tevoren naar het weeshuis was gebracht. De vrouw die haar als vondeling had aangetroffen, had haar meegenomen en opgevoed als haar eigen kind. Totdat het meisje naar school moest. Omdat ze niet officieel was geadopteerd, had het meisje geen ’hukou’.
Zo’n verblijfsvergunning is cruciaal in China. Het geeft je een identiteit en recht op gezondheidszorg en scholing. Maar wie geen geldige ’hukou’ heeft, staat buiten de maatschappij. De Chinese adoptie-ouders realiseerden zich dat ze geen geld hadden om een illegaal kind naar dure privé-scholen te sturen en brachten het kind alsnog naar een kindertehuis.
Wang weet dat het meisje, dat nu bij haar Amerikaanse adoptie-ouders woont, ook contact heeft gehouden met haar Chinese adoptie-ouders. „Maar het was natuurlijk veel beter geweest als die Chinese ouders het kind legaal hadden kunnen adopteren”.
De adoptieregels voor Chinese ouders zijn volgens hem veel te streng. „Moet je eens indenken, dit kind is niet een keer, maar zelfs twee keer afgestaan.”
Een andere ervaring is die van zijn nicht. „Veertien jaar geleden heeft haar schoonvader haar baby weggedaan, terwijl zij even niet thuis was. Het was haar tweede dochtertje. Waarschijnlijk wilde deze opa nog een kleinzoon”.
Volgens de Chinese éénkind-politiek mogen mensen op het platteland met een dochter, nog een tweede poging wagen voor een zoon. Als ze twee dochters krijgen, is er geen derde kans. „Mijn nicht huilde en huilde toen ze thuis kwam, maar het was al te laat. Toen ik twee jaar later, in 1996, voor mijn werk in de Verenigde Staten ging wonen, vroeg mijn nicht me om uit te zoeken of haar kind misschien was geadopteerd. Ik ging naar allerlei organisaties, maar het is me niet gelukt het meisje te traceren. Nog steeds is mijn nichtje, inmiddels in de veertig, hier niet klaar mee. Ze zegt steeds: ’Ik hoef mijn kind niet terug. Ik wil alleen maar weten of ze nog leeft en of ze gelukkig is’.”

Wang weet dat veel afstandsouders er zo over denken. Hij is groot voorstander van de invoering van een DNA-bank, waar adoptiekinderen met vragen over hun herkomst en ouders met twijfels elkaar kunnen vinden. Maar er zitten veel haken en ogen aan. Officieel is het afstand doen van kinderen in China verboden. Ook nu durven veel biologische ouders zich niet te melden als een adoptiekind, via bijvoorbeeld een advertentie in een krant, aangeeft naar hen op zoek te zijn.
„Officieel kan het na een groot aantal jaren niet meer van vervolging komen. Maar de mensen zijn toch bang. Wil zo’n DNA-bank een succes worden, dan moet de overheid duidelijk stellen dat mensen niet worden vervolgd”. Daarnaast ziet hij praktische problemen. Wie financiert zo’n databank, wie beheert hem? „DNA is gevoelig materiaal, dus dit moet goed gebeuren, of anders maar niet”.
Het grootste probleem rond adoptie blijft ook volgens hem de kinderhandel. Wang deed veel onderzoek naar het afstaan van kinderen in de arme Midden-Chinese provincies Hunan en Anhui. In de provincie Hunan kwam in 2005 een groot adoptie-schandaal aan het licht. Toen bleek een heel netwerk van handelaren georganiseerd kinderen te leveren aan meer dan zes kindertehuizen.
„Hunan was geen incident, zoals de Chinese overheid zo graag benadrukt”, zegt hij nu. „Recent heb ik hier geen onderzoek meer naar gedaan. Maar wat ik er zo over hoor, stelt niet gerust. De kinderhandel neemt toe, en nog altijd komen er kinderen in kindertehuizen via een handelaar. Alleen zal het stopzetten van de adoptie dit probleem niet verhelpen. De kinderhandelaren zullen eenvoudigweg naar een andere markt gaan, zodat meer kinderen zullen terechtkomen in de prostitutie en slavernij”.
Hij pleit binnen de Chinese adoptie-organisatie CCAA al jaren voor strenge controle van de overheid op kindertehuizen. Want ondanks alles blijft hij overtuigd: „Voor kinderen die om wat voor reden dan ook in een kindertehuis verzeild zijn geraakt, is adoptie een hele goede oplossing”.
Steeds minder vondelingen
Er zijn allerlei ontwikkelingen in China waardoor het aantal ongewenste kinderen, de potentiële vondelingen, afneemt. De meeste adoptiekinderen uit China zijn vondelingen. De belangrijkste ontwikkeling is dat de mensen rijker worden. Vaak kunnen ze de zorg van een onverwacht extra kind wel betalen, en zelfs de boete als het kind ?boventallig? is volgens de criteria van de één-kindpolitiek. Ook zijn mensen beter bekend met het gebruik van voorbehoedsmiddelen. Verder verandert de moraal. Zo wordt het niet meer zo erg gevonden als het tot een zwangerschap komt bij een ongetrouwd stel. De ouders kunnen dan alsnog trouwen en het kind houden, en soms blijven ze zelfs ongetrouwd. Tenslotte zijn ook de mensen op het platteland er inmiddels van doordrongen dat onderwijs een uitweg uit de armoede biedt. Goed onderwijs in China is duur. Ook mensen op het platteland kiezen nu vaak bewust voor een klein gezin.
http://www.trouw.nl/nieuws/wereld/article1853018.ece

www.trouw.nl
2008 Sep 14