exposing the dark side of adoption
Register Log in

Boycot is doodsteek voor adoptie

public

Boycot is doodsteek voor adoptie

Kinderhandel is niet uit te sluiten bij adoptie uit China. Moet Nederland daarom stoppen met het adopteren van Chinese kinderen?

Kinderen (ver)kopen is verboden, ook in China, maar waarschijnlijk gebeurt het daar toch. Tot die conclusie komt minister Hirsch Ballin in een brief die hij gisteren naar de Tweede Kamer stuurde. Aanleiding voor de brief is een uitzending van ’Netwerk’ in maart, over Chinese kinderen die mogelijk zijn gekidnapt en verhandeld.

Het Chinese adoptiestelsel is ’kwetsbaar’, erkent de minister. Omdat veel kindertehuizen in arme regio’s liggen, en omdat ’vinders’ voor een baby toch vaak een relatief hoge ’onkostenvergoeding’ ontvangen. Misstanden als ontvoering en kinderhandel zijn niet uit te sluiten.

Met zijn kritisch getoonzette brief toont de minister zich bewust van de risico’s die kleven aan de adoptie van Chinese kinderen. Toch ziet hij hierin geen aanleiding om te stoppen met adoptie uit China.

Want de Chinese Adoptieautoriteit CCAA doet haar best, zo redeneert Hirsch Ballin, om illegale praktijken te bestrijden. Bovendien is China een immens land met 1,3 miljard inwoners: „In vergelijking hiermee is het aantal incidenten, hoe ernstig deze ook ieder voor zich mogen zijn, uiterst bescheiden.”

Of dat laatste klopt, is nog maar de vraag. De Amerikaanse onderzoeker Brian Stuy, die zich al jaren vastbijt in de Chinese adoptiepraktijk, concludeert in een recent rapport dat er sprake is van ’substantiële corruptie’ en dat overijverige overheidsambtenaren kinderen afpakken in het kader van de één-kind-politiek.

Stuy stelt ook dat arme ouders onder druk worden gezet om hun kinderen af te staan. En dat Chinese tehuisdirecteuren de voorkeur geven aan buitenlandse adoptieouders, omdat die meer geld opleveren dan binnenlandse. Volgens de onderzoeker komt vijftig procent van de kinderen die naar het buitenland geadopteerd worden, uit tehuizen die geld bieden voor kinderen.

Op welke schaal er in China precies wordt gesjoemeld met het Haagse Adoptieverdrag dat handel en winstbejag moet uitsluiten, is niet zo makkelijk vast te stellen. Niet door de CCAA, niet door de Nederlandse overheid, ook niet door individuele onderzoekers. De vraag is dus of het bij adoptie geoorloofd is om überhaupt een risico, hoe klein ook, te lopen dat het kind in kwestie niet vrijwillig door de ouders is afgestaan.

Hirsch Ballin beantwoordt die vraag met ’ja’, en dat is ook wel te begrijpen. Ook al is het aantal Chinese adoptiekinderen de laatste jaren afgenomen, in 2007 was nog altijd bijna de helft van de kinderen die voor adoptie naar Nederland kwamen, afkomstig uit China (365 van de 782). Een boycot van Chinese kinderen zou bijna de doodsteek zijn voor adoptie in Nederland.

In zijn overweging heeft de minister vermoedelijk meegewogen dat er momenteel vooral ’special needs’-kinderen uit China komen. Dat zijn kinderen die, bijvoorbeeld vanwege een handicap, extra zorg behoeven en die in China zelf geringe kansen hebben. Volgens Ina Hut, directeur van adoptiebureau Wereldkinderen, worden deze kinderen gewoon ’gedumpt’ en is het uitgesloten dat er voor deze kinderen wordt betaald.

Over een boycot van gezonde adoptiekinderen uit China zou de grootmacht wel eens zo verbolgen kunnen zijn, dat Nederland ook geen special needs-kinderen meer krijgt. Een streng ’nee’ tegen China treft op korte termijn dus vooral een toch al kwetsbare groep.

Maar door te blijven adopteren uit China en vergelijkbare landen, houdt Nederland wél een adoptiesysteem in stand dat corruptie niet uitsluit en mogelijk zelfs stimuleert, zo redeneert onderzoeker Stuy.

Ook Nederlandse adoptiebureaus als Wereldkinderen zitten met de kwestie in hun maag. Hirsch Ballin heeft de verantwoordelijkheid naar hen doorgeschoven: zij moeten nu zelf besluiten of ze doorgaan met adoptie van (gezonde) kinderen uit China.

www.trouw.nl
2008 Sep 11